Algemeen. Door haar historisch centrum dat doorkruist wordt door verschillende kanalen heeft Brugge verschillende bijnamen verdiend zoals "het Venetië van het Noorden" of "Die Scone". Het werd een heel rijke stad in de Middeleeuwen door de internationale handel die mensen aantrok uit heel Europa. Nu trekt de stad vele anderen aan: toeristen van over de hele wereld. Brugge was culturele hoofdstad van Europa in 2002 en heeft verschillende inschrijvingen op de erfgoedlijst van Unesco (het belfort, het begijnhof en het historische stadscentrum). De geschiedenisliefhebbers zullen ongetwijfeld gecharmeerd zijn door het rijke culturele erfgoed maar daarnaast is het een hele mooie en veilige plaats om te shoppen, een restaurantje te doen of om gewoon een lekker Belgisch biertje te drinken op één van de vele terrasjes. Het hele jaar door wordt een verscheidenheid aan activiteiten georganiseerd gaande van een grote kerstmarkt, gewone markten en processies tot openlucht concerten.   

1568 was een rampjaar omdat dan de de 80-jarige oorlog startte tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden. Wanneer Sluis door de Noordelijke legers werd bezet, was Brugge de facto afgesloten van haar toegang tot de zee en haar belangrijkste bron van inkomsten. Dit betekende het einde van de welvaart en één van grootste Europese handscentra veranderde in een slaperige provinciestad. De industriële revolutie later had maar weinig impact in de regio. Door de economische toestand was de regio rond Brugge in de 19e eeuw zelfs één van de armste van Vlaanderen. Het ongeluk in die periode is ironisch genoeg nu een zegen want het historisch centrum van de stad overleefde de gevolgen van de tijd en de vooruitgang. Op haar beurt was dit de grondslag voor het ontstaan van een nieuwe industrie: toerisme. 

Brugge, centrum van internationale handel en financiën.  Gedurende verschillende eeuwen was Brugge de belangrijkste stad van Vlaanderen en zelfs één van de belangrijkste van West Europa. Haar succes was het resultaat van verschillende factoren. De textielindustrie en de aanverwante produkten lagen aan de basis van de rijkdom van Vlaanderen. Textiel en lokaal geproduceerde goederen werden geëxporteerd en goederen van over heel de toen gekende wereld werden geïmporteerd via de haven van Brugge voor verdere distributie in het wijde hinterland. Al die commerciële activiteiten trokken op hun beurt bankiers en financiers (hoofdzakelijk uit Italië: Firenze, Siëna, Lombardië,...). Namen zoals de Medici en Portinari waren heel gekend in Brugge.