
»
Lakenhalle
» Menenpoort
» Stadswallen
» Sint-Maartenskerk
» Oorlogsgraven
»
Meer...

»
In Flanders Fields museum
» Yper museum
» Merghelynck museum
» Meer...


Foto hierboven: de
Sint-Maartenskathedraal van Ieper
|
Monumenten in Ieper
Lakenhalle.
Gemeenschappen die het economisch goed doen, laten dit graag
vereeuwigen in steen. Het was 800 jaar geleden niet anders
dan het nu is. De lakenhalle van Ieper moet door de ogen
van de gewone sterveling in het begin van de 14e eeuw (toen de
meeste mensen nog in huizen van leem of hout woonden) als bijna
buitenaards zijn overgekomen. Superlatieven om dit gebouw
te beschrijven schieten dan ook tekort. In het midden van
de 13e eeuw werd gestart met de bouw van de halle. Dit was
op het hoogtepunt van de lakennijverheid in Ieper. De
constructie bestaat uit twee dubbele vleugels van iets meer dan
130m lang waarin centraal het belfort (het symbool van de
burgerlijke macht) werd ingeplant. Oorspronkelijk konden
schepen vlakbij aanmeren om hun goederen te laden of te lossen.
Het werd gebruikt als verkoophal en stapelruimte. De
omvang van het gebouw illustreert het belang van de stad en haar
lakenindustrie. Het was en is nog steeds één van grootste
gotische burgerlijke gebouwen ter wereld. Karakteristiek
is de strenge, symmetrische opbouw van de vleugels, die bekroond
zijn met torentjes op de hoeken. Dit zien we ook op de
belforttoren. In de 18e eeuw was het bijna afgebroken maar
in het midden van de 19e werd het grondig gerestaureerd.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw zo goed als
volledig verwoest, net als de rest van de stad. Gelukkig
werd het heel getrouw heropgebouwd, al was die reconstructie pas
na de Tweede Wereldoorlog afgewerkt. Aan de kant van de
Markt werd rond 1620 het Nieuwerck aangebouwd in renaissance
stijl dat dienst deed als schepenhuis. Eigenaardig is dat
het gebouwd is boven een zuilengalerij. Tegenwoordig is er
een museum over de Eerste Wereldoorlog in ondergebracht.
Menenpoort.
Deze poort die in 1927 was afgewerkt is een herdenkingsmonument
voor de vermisten van het toenmalige Britse Rijk, vandaar dat
het ook het "Missing Memorial" wordt genoemd. Deze
indrukwekkende poort staat op de plaats van de gelijknamige
Middeleeuwse poort en is geplaatst in de omwallingen die hun
oorsprong vinden bij Vauban. Binnen in de poort staan de
namen gebeiteld van bijna 55.000 soldaten van het Britse Rijk
die gelegerd waren in de regio maar die na de Eerste
Wereldoorlog vermist waren en waarvan er geen gekend graf werd
gevonden. De poort bleek echter al snel te klein waardoor
de namen van de soldaten die vermist waren na augustus 1917 in
steen werden vereeuwigd in Tyne Cot Cemetery in Passendale.
Het behoeft wellicht weinig uitleg dat deze plek na de oorlog
een pelgrimsoord is geworden voor nabestaanden van gesneuvelden.
Ook nu nog trekken duizenden, vooral Engelsen, naar Ieper op
zoek naar sporen van hun voorvaderen die in de Ieperse bodem hun
bloed lieten voor de vrijheid van de wereld. De laatste
jaren vinden ook bezoekers van verder gelegen delen van het
voormalige Britse Rijk, zoals Indiërs, steeds vaker hun weg
hiernaartoe. Deze plaats is ook een belangrijk deel van
hun vaderlandse geschiedenis. Nog iedere avond wordt, om
20u, hier de Last Post geblazen ter herdenking van en uit
eerbied voor de gesneuvelden. Op dat moment valt dan
telkens weer even die loodzware erfenis over de schouders van de
stad totdat de laatste toon uit de klaroenen is geblazen.
Waarna iedereen terug afzakt naar het centrum.
Stadswallen.
In heel Vlaanderen en bij uitbreiding in heel België, zijn de
meeste stadsversterkingen in de loop van de 18e en 19e eeuw
verdwenen. Ieper is daarin uniek omdat hier nog een groot
deel van de stadswallen die afbraakgolf heeft overleefd.
Ieper had al vroeg stadsmuren maar daar schiet enkel nog een
deel van de Rijselpoort van over. Na inname van de stad,
liet Lodewijk XIV nieuwe stadswallen bouwen rond Ieper.
Hij gaf hiervoor opdracht aan Vauban, de beroemdste fortenbouwer
van die tijd. Bij de uitbreiding van het barrièretraktaat
werden vanaf 1715 Nederlandse soldaten gelegerd in de stad, ook
al viel ze onder de heerschappij van Oostenrijk. De
Oostenrijkers zegden het traktaat enkele decennia later echter
op en keizer Jozef II gaf zelfs opdracht om de stadswallen te
laten afbreken. Tussen 1815 en 1830, bij de vereniging van
de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, kwam er opnieuw een
Nederlands garnizoen in Ieper. De Nederlanders vernieuwden
en breidden de versterking nog uit. Na de Belgische
onafhankelijkheid werd een deel van de stadwallen ontmanteld
voor stadsuitbreiding. Tegenwoordig zijn de omwallingen
omgevormd tot een aangenaam wandelpark. Van de vesting
zelf resten nog onder andere de Rijselpoort, een deel van de
gracht met een paar bastions, drie halve manen en een
kruitmagazijn.
Sint-Maartenskerk.
Dit is de belangrijkste kerk van Ieper en bevindt zich net
achter de lakenhalle. Met de bouw van het gotische
bedehuis werd gestart in de 13e eeuw. Toen Ieper een
bisdom werd, mocht deze kerk zich kathedraal noemen en dat tot
1801 wanneer het bisdom werd opgegeven. Vanaf de 19e eeuw
werden er uitvoerige restauratiewerken uitgevoerd die echter
volledig teniet werden gedaan door de beschietingen van de
Eerste Wereldoorlog. De kerk werd compleet vernield en
moest volledig heropgebouwd worden. Deze wederopbouw ging
vrij snel en bovendien kreeg de toren een spits (die het vroeger
niet had). Een aantal kunstwerken en grafmonumenten konden
gelukkig gered worden vooraleer het gebouw volledig vernield was
en werden na de reconstructie teruggeplaatst. Het is een
indrukwekkend gebouw maar vooral in het interieur kun je goed
zien en voelen dat het geheel nog redelijk nieuw is.
Oorlogsgraven. De
desastreuze gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn overal
zichtbaar in deze regio. Honderden gedenktekens,
gedenkplaten, herdenkingszuilen en begraafplaatsen liggen
verspreid in en rond Ieper. Vooral rond de stad moet je al
blind zijn om het niet te zien: het ene groene bordje na het
andere wijst je de weg naar weer een ander monument of
oorlogskerkhof. Je kunt het nooit allemaal ineens zien,
dus je zal keuzes moeten maken. Het is geen slecht idee om
je op voorhand te informeren. Ook in de stad zelf zijn er
kerkhoven zoals het Ramparts Cemetery nabij de Rijselpoort en de
Franse begraafplaats Saint Charles de Potyze die je makkelijk
kan bezoeken bij een wandeling door de stad.
Andere
monumenten.
In Ieper zijn er heel wat bezienswaardigheden die op
wandelafstand van de Markt liggen. Je moet er wel rekening
mee houden dat alle historische gebouwen heropgebouwd zijn en
dus geen honderd jaar oud zijn hoewel ze in oorsprong teruggaan
tot bijvoorbeeld de 13e of 14e eeuw. Naast de
Sint-Maartenskerk (13e E.) zijn er nog verschillende andere
kerken in het historische centrum zoals de Sint-Jacobskerk (12e
E. romaans, later omgebouwd in gotische stijl), de
Sint-Pieterskerk (12e E. romaans - gotisch) en de Saint-Georges'
Memorial Church (gebouwd na de Eerste Wereldoorlog voor Britse
bezoekers en verblijvers). Aan de Grote Markt kun je
verschillende mooi herbouwde burgerhuizen zien, het
kasselrijgebouw en het gerechtsgebouw. Aan de andere zijde
van de lakenhallen staat ook nog het voormalige vleeshuis dat
teruggaat tot de 13e eeuw. In de Rijselsestraat: Belle
Godshuis, Mergelynckhuis (nu museum; 18e E.), het Tempeliershuis
(13e E.) en net voor de Rijselpoort staat er een mooi
gereconstrueerd houten huis uit de 15e/16e eeuw.
|

»
Hoe in Ieper geraken
» Tours, info...
» Links

» Boezinge
» Brielen
» Dikkebus
» Elverdinge
» Hollebeke
» Ieper
» Sint-Jan
» Vlamertinge
» Voormezele
» Zillebeke
» Zuidschote
|