Algemeen.  Krakau wordt beschouwd als één van de mooiste steden van Europa en is wellicht de meest toeristische van alle Poolse steden.  Dit wordt heel duidelijk wanneer je het oude stadscentrum bezoekt: je kunt niet naast de toeristentreintjes, koetsen en reisagentschappen kijken die dagelijks klaar staan voor de duizenden bezoekers.  Er zijn heel wat mooie plekjes en mooie gebouwen in het oude centrum.  De grootste blikvanger is ongetwijfeld het grote centrale marktplein met de lakenhal, de oude stadhuistoren en de Heilige Mariakerk.  Omdat de stad miraculeus gespaard werd van de vernietiging tijdens de Tweede Wereldoorlog, heeft het zijn historische karakter bewaard.  In 1978 werd het al uitgeroepen tot Werelderfgoed door Unesco.

Geschiedenis in het kort.  Krakau is één van de oudste steden van Polen.  De vroegste nederzettingen gaan terug tot het paleolitisch tijdperk maar het werd voor het eerst als stad vernoemd op het einde van de 10e eeuw.  Op dat moment was Krakau al een aanzienlijk handelscentrum.  In 1038 werd het de hoofdstad van Polen; de Poolse koningen hadden hun residentie in het Wawel kasteel.  Dit zorgde ervoor dat de stad groeide en bloeide.  De Poolse koningen werden gekroond en begraven in de Wawel kathedraal.

De 13e eeuw was een periode van grote onrust door de invallen van de Mongolen.  Als resultaat werd de stad verschillende keren geplunderd en geteisterd door vernieling.  Ter bescherming werden wallen en wachttorens rondom de stad gebouwd.

Krakau beleefde haar gouden periode vanaf de late 14e eeuw tot de late 16e eeuw.  Alles begon met de heerschappij van Kasimierz de Grote.  Hij breidde de stad uit en stichtte de Academie van Krakau (Jagellonische Universiteit) in 1364.  Tijdens die gouden periode vond de renaissance haar intrede in de stad.  Vele nieuwe gebouwen werden opgericht en oude werden herbouwd.  De stad begon aan belang te verliezen toen de bestuurszetel van het land naar Warschau werd verplaatst.  Toch bleef Krakau de plaats waar de koningen werden gekroond.

De volgende periode werd gekenmerkt door opeenvolgende invasies van vreemde mogendheden en de opdeling van Polen door haar veroveraars: Zweden, Pruisen, Russen, Oostenrijkers, Napoleon en vervolgens opnieuw de Oostenrijkers.  Krakau werd een nest van verzet en haar welvaart ging op en neer afhankelijk van welke buitenlandse heerser het land regeerde. 

In de Tweede Wereldoorlog werd de stad in september 1939 bezet door Nazi Duitsland.  Professoren van de universiteit werden gevangen genomen en joodse burgers (hoofdzakelijk uit het Kazimierz district) werden gedwongen te verhuizen naar een ghetto dat ingericht was in het Podgorze district.  Velen stierven in het ghetto of werden naar werk- of concentratiekampen gestuurd zoals Auschwitz.  Krakau werd door het Rode Leger in januari 1945 bevrijd waarbij het historische centrum bijna ongeschonden in hun handen viel.

De stad is opgedeeld in verschillende districten.  De meest toeristische zijn het oude stadscentrum, Wawel en Kazimierz.  Deze liggen allemaal op wandelafstand van elkaar.

Foto 1: Rynek Glowny met de lakenhal en de stadhuistoren
Foto 2: Wawel met de kathedraal en het kasteel
Foto 3: Rynek Glowny met op de voorgrond de St.-Wojcieckkerk en de Heilige Mariakerk op de achtergrond
Foto 4: Publiciteit voor KL Auschwitz en de zoutmijnen van Wieliczka
Foto 5: De duiven voederen op Rynek Glowny
Foto 6: Markt op Rynek Glowny
Foto 7: Straatlamp in Ul. Kanoniczka
Foto 8: Paardenkoetsen
Foto 9: Stadszicht nabij het Wawel kasteel